De westkust van Canada stond al een tijdje op onze verlanglijstjes. Voor mij ging het voornamelijk om de prachtige natuurparken en Steffan om de Orka’s die er rond juli en augustus langs de Canadese kust zwemmen. Aangezien we dit jaar toch aan de zomervakantie gebonden zaten (vanwege onze studies), besloten we een bezoek aan dit land niet langer uit te stellen.
Op dinsdag 16 juli stapten we het vliegtuig in en op dezelfde datum arriveerden we in Vancouver. We sliepen in een hostel dat duidelijk werd gerund door een Aziatische familie, te merken aan de bijzondere decoratie én de manier waarop alles was geregeld. De volgende ochtend stond in het teken van het ophalen van de camper. We huurden de camper bij het verhuurbedrijf Wicked Campers. Zij staan bekend om hun kleurrijke en soms ietwat (te) hippie achtige campers. Zo zijn we tijdens onze drie weken meerdere malen nagewezen en gefotografeerd.
Na alle betalingen was het tijd om de weg op te gaan. Terwijl een grote sticker op het dashboard het sterk afraadt om met 1/4e tank of minder te rijden, kregen wij de camper met 1/4e tank mee. Eerst maar een tankstation bezocht dus. Vervolgens reden we in stromende regen richting Kelowna, een stad ten oosten van Vancouver. Hier gingen we naartoe gingen omdat mijn nicht Tineke daar met haar vriend woont. Die avond barbecueden we met z’n vieren in hun patio. Ook bezochten we nog even het meer dat op loopafstand ligt.

Tineke en Mike gaven allerlei tips en leenden hun slaapspullen en bear spray aan ons uit (het camperbedrijf verleende geen slaapspullen nee). Thanks again guys!! Die volgende ochtend reden we hoopvol de bergen in, maar helaas kwamen we gauw weer in de stromende regen terecht. Daarnaast besloten onze beide telefoons ermee te stoppen, nadat we ze in de camper hadden geprobeerd op te laden. Die dag stond dan ook in het teken van de oorzaak daarvan achterhalen. We strandden op een camping in Revelstoke en bezochten een telefoonwinkel. Helaas hielp dat niet. En ja, dan ga je je ook beseffen hoe afhankelijk je in deze tijd bent van zo’n telefoon. Navigatie, contact met het thuisfront, foto’s en video’s maken, alle camping reserveringen… Gelukkig had ik een oude tablet mee en Steffan een iPhone 4, dus we waren als het moest in ieder geval bereikbaar. Daarnaast had Steffan gelukkig net een GoPro aangeschaft voordat we vertrokken en had ik natuurlijk mijn camera mee. Zo konden we in ieder geval de herinneringen vastleggen.
Ondanks onze kapotte telefoons, en wederom een dag regen, waren we nog steeds verbazingwekkend vrolijk. Het was tijd om echt vakantie te vieren. We kochten twee discovery passen die je nodig hebt om de parken in Canada te bezoeken. Deze kosten 67 dollar per stuk en zijn een jaar geldig. We bezochten Bear Creek Falls en Wapta Falls en reden door naar Lake Louise Campground, gelegen in het nationale park Banff. We waren blij met een goede deken, want het was die nacht op z’n minst fris te noemen. De volgende ochtend stonden we vroeg op om naar Lake Louise (het meer) te rijden en daar de Plain of the six glaciers hike te doen. Een pittige, maar prachtige wandeling langs zes gletsjers.

Net voor de top heb je een tea house waar je even op adem kunt komen. Het bereiken van de top, na zo’n 2,5/3 uur, is absoluut de moeite waard! 🙂

Zo waren we met lunchtijd weer terug en besloten we die middag Emerald Lake en de Takkawa Falls te bezoeken. Deze bezienswaardigheden hadden we eerder overgeslagen vanwege het weer. Op weg daarnaartoe spotten we deze bever.

Eenmaal terug bij de camping doken we weer vroeg de camper in, want we wilden die volgende ochtend Moraine Lake aanschouwen. Dit meer is één van de drukst bezochte meren van West-Canada. Er werd ons dan ook aangeraden om daar niet later dan 5u ’s ochtends (!!) te arriveren. Dus om 4u reden we als twee gekke Henkies naar Moraine Lake. Tot onze verbazing zagen we een hemel vol sterren en weerkaatste de maan op onze voorruit. Wauw! Geen wolkje aan de lucht en dat net als wij Moraine Lake willen zien. Het was een koude, maar prachtige ochtend!



Via de Bow Valley Parkway (waar je veel wildlife zou moeten kunnen zien) reden we later die ochtend naar de Vermilion Lakes. We parkeerden daar en genoten van het uitzicht, én de zon! Eindelijk een korte broek aan, fijnnnnn!

Na onze uitgebreide lunch bij dit meer reden we de Minnewanka Loop en genoten we opnieuw van de zon bij Two Jack Lake. Net toen we terug wilden naar onze camper, zagen we deze berggeit langs de weg staan.

Dezelfde avond overnachtten we bij Marble Canyon Campground. Zoals vele campings had deze camping ‘self registration’ wat betekende dat onze naam op een lijst stond met het nummer van de plek en that’s it. Geen receptie, geen douche. Back to basic!
Al zagen we overal waarschuwingen voor beren, we hadden nog niet echt het idee dat we er zomaar eentje konden tegenkomen. Wel namen we de bearspray overal braaf mee naartoe. We reden de volgende ochtend weer op de Bow Valley Parkway en zagen een hert op weg naar de Johnston Canyon. We deden daar een wandeling langs twee watervallen. De lower en upper falls. Een leuke, makkelijke wandeling.
Op de terugweg tankten we in Lake Louise (waar het tot onze verbazing heel goedkoop was) en reden we al richting het volgende park: Jasper. In Banff bezochten we nog Herbert Lake, Bow Lake, en Peyto Lake. Allemaal dichtbij de snelweg, dus ook allemaal kneiterdruk. Maar eerlijk is eerlijk, prachtige meren!



Rond lunchtijd gingen we op zoek naar een camping, omdat we deze nacht open hadden laten staan. We kwamen aan op een camping, waar de beheerder van die camping eerst in de weer ging met onze telefoons. Ook hij slaagde er niet om ze aan de praat te krijgen. Vervolgens wees hij ons, na onze wens te hebben gehoord om beren te spotten, op een camping iets verderop. Zelfs toen we eigenlijk al hadden betaald, gaf hij het geld terug en spoorde hij ons aan om daarheen te gaan. Wij reden naar de camping (Two O’Clock Creek) en konden daar het laatste plekkie bemachtigen. En nog een prachtige plek ook! Deze camping had ook geen douche, maar wel een rivier met schoon ijswater en dus namen we een ‘douche’ in de natuur.

Net toen we ons geweldige campingvoedsel hadden geserveerd, hoorden we een vrouw roepen “There’s a bear over there”. Ze wilden een beer en die kregen ze hoor. Op nog geen 50 meter afstand stond een jonge zwarte beer ons aan te kijken. Vanaf toen ging het heel snel. Wij brachten gauw het eten naar binnen en de campingbeheerder kwam naar ons toegerend en loste een paar schoten, waarna de beer wegrende. Adrenaline-momentje? Oh jazeker haha. We hebben de beer daarna niet meer gezien, maar een campingbeheerster gaf aan dat ze deze beer al een tijdje proberen te vangen.

Wederom vroeg, reden we die volgende ochtend verder richting Jasper. We waren nog geen tien minuten onderweg en zagen een hert met een groot gewei. Zo’n kwartiertje later spotten we een zwarte beer! Hij was heerlijk rustig aan het eten en bekommerde zich eigenlijk niet om ons. Wauw zeg!! Even later zagen we nóg een beer, ook heerlijk etende. Wat bijzonder!



We ontbeten bij de gletsjer en kort daarna wandelden we naar de voet. Ook hier is goed te zien in welk rap tempo gletsjers de afgelopen jaren zijn gekrompen…

Nadat we onze weg vervolgden richting Jasper, stonden meerdere auto’s stil langs de weg. Dit betekende vaak wildlife. En ja hoor, daar was de vierde zwarte beer! Wat dat betreft waren het 24 magische uren. Gaaf!
We bezochten de Sunwapta Falls en de Athabasca Falls en daarna reden we, ondanks onze reservering bij een andere camping, naar Wapiti Campground. We wilden eigenlijk die camping boeken voor de volgende nacht, maar onze reservering kon worden omgeruild en zo hadden we twee nachten bij deze camping. En dat betekende: douchen! Op de camping zagen we een dier dat we nog niet helemaal konden plaatsen. Vooral ook omdat het een halsband om had. De campingbeheerder vertelde dat het een elk was die mogelijk in het verleden agressief gedrag had vertoond, maar dat het zeker een wild dier was.

Die middag deden we de Valley of the five lakes hike. Net voor het slechte weer waren we klaar. Top timing.

Het slechte weer hield de volgende dag aan. Het enige bijzondere op die dag was dat we ’s ochtends bij het douchehok, na het tandenpoetsen, werden omringd door elks. Zonder grap, er stonden minimaal twintig elks gras te eten. Van grote tot hele kleine, wauwie!


Verder zijn we die dag naar Hinton gereden, omdat daar iemand zou zijn die iPhones kon repareren. De man vertelde dat het niet aan de batterij, niet aan het oplaadpunt, maar aan het moederbord lag. Hij kon niks voor ons doen. De hoop dat onze telefoons het met een nieuwe batterij weer zouden doen was weg. Het was te proberen!
De volgende dag was het weer een beetje opgeknapt en reden we naar Medicine en vervolgens Maligne lake. Prachtige meren (zie op de foto Maligne Lake). Helemaal zo vroeg op de ochtend.

We wilden daar de Moose Loop doen, maar helaas was deze gesloten vanwege werkzaamheden. We hadden nog geen moose (eland) gezien en wilden dat stiekem toch ook nog graag. We namen dezelfde weg terug en plots zagen we een grote, donkere moose langs de weg!

Zo’n 20 meter verder stond het vrouwtje met haar kalf! Prachtig, zo bijzonder om te zien!


Omdat we de loop niet konden wandelen, dachten we dat het een goed idee was om een andere wandeling te doen. Deze wandeling zat ook vol met wildlife… Ik heb nog nooit zoveel muggen om me heen zien hangen. Gelukkig hadden we onszelf goed ingepakt, en was de wandeling mooi. Toch was ik blij dat we weer terug waren haha. Na de lunch reden we naar het westen. We verlieten daarmee het nationale park Jasper en kwamen aan in het provinciale park Mount Robson. We gingen nog even langs het informatiecentrum, onder andere om te checken of we nou echt de moose hadden gezien, en daarna vonden we het welletjes voor die dag.
De volgende ochtend liepen we een klein deel van de Berg Lake Trail. De volledige trail is 26 kilometer en mag je alleen lopen als je een vergunning hebt aangevraagd. Wij liepen tot dit meer (Kinney Lake).

We moesten ongeveer drie uur rijden tot de volgende bestemming. We hadden voor deze avond geen camping geboekt, dus we wilden ook niet te laat arriveren. We kwamen terecht op een camping waar ze plek hadden voor ons. In mijn enthousiasme zei ik te snel ja en zo zaten we dan op een trailerpark, met allemaal “bijzondere” mensen, waar we ons niet heel prettig bij voelden. Gelukkig heeft Steffan (held!!) het geld teruggevraagd en raceden we zo snel mogelijk naar een andere camping in Blue River. Veel beter, veel fijner, en nog goedkoper ook. Gelukkig!
Het laatste park dat we op de planning hadden staan was het Wells Gray Provincial Park. We lieten Blue River achter ons en vertrokken ’s ochtends vroeg richting het park. De eerste stop was Spahat Falls.

De volgende stop was de Trophy Mountain Meadows. Hier hadden we naar uitgekeken, vanwege de meest kleurrijke bloemen die je daar maar kunt vinden. Via een 13 km lange gravel road arriveerden we op de parkkeerplek. We waren ongeveer een uur aan het wandelen toen we werden begroet door een fixe hagelbui. Daarnaast werd het ons duidelijk dat we met de mist weinig van de Trophy Mountain Meadows gingen zien… We liepen nog even door, hebben de bloemen op de foto geprobeerd te zetten, en besloten terug te keren. Heel jammer! Ik weet zeker dat het, op een blauwe dag, prachtig zou zijn!

Watervallen kun je prima bekijken met zulk mistig weer, dus de rest van de dag stond daar in het teken van. Aangezien je het park maar van één kant kunt binnentreden, moét je wel in het park overnachten wil je daar meerdere dagen blijven. We sliepen op één van de weinige campings (geen aanrader…) en hoopten dat het de volgende dag droog en minder mistig zou zijn. Helaas was dat niet het geval. We bekeken nog een aantal watervallen (onder andere deze: Dawson Falls) en besloten toen het park te verlaten.

Net toen we beide écht toe waren aan droog en ietsje warmer weer, werden we geloof ik gehoord… We reden richting Kamloops en het weer werd steeds beter.

Na Kamloops Lake (zie hierboven) kwamen we op mijn (uiteindelijk) favoriete camping terecht! Steelhead Creek. We hadden een prachtige plek aan het meer met normale wc’s, douches én een strandje. En dat voor maar 23 dollar. De hele middag bleef het mooi weer en we waren de twee voorgaande dagen alweer bijna vergeten 🙂

Om van deze mooie plek naar de volgende bestemming te gaan, stond een 3u durende rit door de bergen op de planning. Maar wauw! Dat was de moeite zeker waard. Prachtige uitzichten en we werden meerdere keren begroet door een paar herten.
Net voor Whistler (onze volgende bestemming) lagen de Joffre Lakes. We hadden de wandeling naar deze meren niet als een must aangevinkt, maar zijn erg blij dat we deze wandeling tóch hebben gedaan. Je moet best even klimmen, maar dan krijg je er wel wat voor terug. Tijdens de wandeling kom je namelijk het lower, middle en upper lake tegen.

We besloten om te lunchen op onze volgende camping (Nairn Falls Campground) en die middag lagen we lekker met onze bakkus in de zon! De nacht verliep ietsje anders dan gepland. Midden in de nacht hoorde ik geritsel achter in de camper… Een eekhoorn? Vogeltje? Was dit buiten of in onze camper? Ik wist het niet, maar verder slapen lukte ook niet. Ik maakte Steffan wakker en samen deden we een poging om te kijken. We zagen niks en gingen stil in de camper liggen. Plots hoorden we voorin geritsel en zag Steffan een muis over het dashboard lopen… De camper had genoeg gaten waar ie doorheen kon, dus veel konden we niet doen. Yep. Ik was blij dat het ochtend was.
Onze laatste camping op het vaste land was Whistler RV Park and Campground. We arriveerden daar rond 8u ’s ochtends. Toevallig gingen de slagbomen van een nabijgelegen waterval ook om die tijd open, dus we konden meteen de toerist uithangen. Die middag besloten we vanwege het regenachtige weer op safari te gaan. Helaas geen wild gespot (geef ze groot gelijk met die regen) en dus bekeken we nog maar een waterval. Wie weet hebben we morgenochtend meer geluk… En ja hoor, safari rond 6u ’s ochtends is zeeeker beter! Tada!!!

We reden via Porteau Cove naar Horseshoe Bay. Vanaf deze baai gingen we, met de camper, op de veerboot naar Nainamo (op Vancouver Island). We hadden onze tickets vooraf gereserveerd (via deze website) en zo waren we verzekerd van een plekkie. Na een 2,5 uur durende tocht waren we gearriveerd. We reden meteen naar onze camping, Miracle Beach, die, zoals de naam al zegt, aan een strand ligt.

Na de nacht op deze camping reden we richting Telegraph Cove. We gingen hiernaartoe voor een 4-daagse kayak tour. Tijdens deze tour zou je orka’s moeten kunnen zien. Vanaf het moment dat we begonnen te rijden tot aan het moment dat we gingen slapen heeft het geregend. En niet zo’n beetje ook. Het was geen fijne rit naar Telegraph Cove en op de plek waar onze camper moest staan was het een modderpoel. We bezochten alvast de organisatie (North Island Kayak), aten bij een restaurantje een pizza, en bezochten het museum daar (best leuk om een kijkje te nemen!). Die middag parkeerden we onze camper op de camping onder een afdakje en pakten zo onze spullen in voor de tour. De campingbeheerster had zo’n medelijden met ons (want een dag met zoveel regen was uitzonderlijk…) dat ze zelfgebakken bananenbrood en een muffin kwam brengen. Lichtpuntje van de dag!
Is het droog? Vroegen we die ochtend aan elkaar. Ja, geloof het? Whoop! Om 8.30u moesten we ons melden en maakten we kennis met onze gidsen en de groep. We waren met z’n tienen (vijf stellen) en ieder stel zat samen in één kayak. Nadat de waterzakken in onze kayaks zaten en we een korte uitleg over het kayakken en de route hadden gekregen, was het tijd om te vertrekken. De eerste dag zagen we dall’s porpoises (dolfijnachtigen) en een paar van deze zeearenden. Er werd heerlijk voor ons gekookt en het was meteen gezellig.

Op de tweede dag werd één stel opgehaald door de organisatie. Zij hadden de tour niet goed genoeg ingeschat (ik vond het al bijzonder dat zij hieraan begonnen, beide waren ze namelijk 50+!). Zo gingen we met acht gasten verder. Het was die ochtend mega mistig. We hoorden soms bultrugwalwissen, maar we zagen ze eerst nog niet. Later die middag wel! Meerdere van hen “were having their lunch”. Die avond werden we wederom verwend met een heerlijk maaltje en een prachtige zonsondergang.

Ook de derde dag begon mistig. We noemen “August” hier ook wel ‘Foggust’, aldus de gidsen. Shit zeg! We hadden nog geen orka’s gezien en de tijd begon toch wel een ietsjepietsje te dringen. We wisten natuurlijk dat het wildlife is, maar door de “expect multiple sightings” waarmee was geadverteerd, waren de verwachtingen nogal hoog. Wel werden we die avond met de mooiste zonsondergang van de hele vakantie beloond… 🙂

Op de laatste middag (ik herhaal middag!), toen we de hoop eigenlijk al hadden opgegeven, kregen de gidsen via hun walkie talkie doordat er orka’s dichtbij waren. We aten de lunch zo snel mogelijk op en peddelden richting de plek. En ja hoor!! Van een prachtige afstand zagen we meerdere orka’s voorbij zwemmen. WAUW! Magisch!






Na deze middag douchten we gauw in Telegraph Cove (na drie dagen niet douchen is dat toch wel erg fijn) en reden we nog een paar uur naar onze camping (Elk Falls). De weergoden waren de hele tour met ons geweest en de vooruitzichten waren ook nu droog en zonnig. De volgende dag deden we boodschappen, lieten we onze ouders weten dat we nog leefden en lagen we voor het eerst echt op een zandstrand. LEKKAH! Onze laatste nacht in de camper was op Qualicum Beach Campground. We namen de volgende ochtend om 8.45u de veerboot naar het vaste land, maakten onze camper (semi) schoon (denk dat we ‘m netter achterlieten dan we ‘m hadden gekregen) en leverden onze camper in.
De laatste volle dag spendeerden we in de stad Vancouver. We namen de bus naar het centrum en hebben zo’n 20 kilometer gelopen. We waren door onze Canadeze vriend Hector gewezen op de Steam Clock. Dus wij, zonder te veel achtergrond info, deze zoeken… Tja, wij waren op zoek naar een soort grote kerkklok. Maar nee, als je je iets beter had verdiept, wist je dat deze klok midden op straat staat en niet zo mega groot is. Het is dat er toeristen omheen stonden, anders waren we er zo voorbij gelopen ben ik bang haha. Als je er heen gaat, wel even blijven totdat de klok slaat 🙂

Verder liepen we om Stanley Park heen, een park dat aan zee ligt. Mooie route! De avond sloten we af bij The Flying Pig (Thanks Marjolein!).

Zo kwam ons West-Canada avontuur weer tot een einde. Hoewel de Canadezen natuurlijk blij zijn met de regen die er in de afgelopen weken is gevallen, hadden wij het liever iétsje droger gezien. En we weten ook niet of we het camper verhuurbedrijf en de tijd (zomer = veel toeristen) moeten aanraden. Maar dat West-Canada qua natuur en wildlife veel te bieden heeft, dát is één ding wat zeker is. Die momenten waren onbeschrijflijk en pakt niemand meer van ons af 🙂
Steffan heeft van al deze momenten weer een prachtig filmpje gemaakt. Zeker tot het einde kijken, want de orka’s zijn wel de meest bijzondere dieren die we deze reis hebben mogen zien. Helaas werd het filmpje vanwege de muziek niet toegelaten tot Youtube, dus vandaar een OneDrive link. Veel kijkplezier!!

Jacqueline
Wat een prachtige reis weer, heerlijk om te lezen en de prachtige foto’s te zien. Ik was weer even mee op reis met jullie. De film bewaren we nog even. ?